Omgaan met falen

Gepubliceerd op 31 maart 2025 om 18:15

Falen en de Benedictijnse Spiritualiteit

We leven in een wereld waarin falen vaak als iets negatiefs wordt gezien.

We moeten presteren, groeien en slagen – het liefst zonder fouten te maken.

Maar wat als falen niet het einde is, maar een kans op groei en verdieping?

In de Benedictijnse spiritualiteit wordt falen niet geschuwd, maar juist gezien als onderdeel van de weg naar innerlijke rust en spirituele groei.

Hoe kunnen wij leren om ons eigen falen te accepteren en van daaruit te leven in vrede?

 

De Benedictijnse Kloosterhouding is een houding van 

nederigheid en acceptatie

In de Regel van Benedictus, die al eeuwenlang richting geeft aan het kloosterleven, speelt nederigheid een centrale rol.

De monniken worden opgeroepen om niet hun eigen succes na te jagen, maar in overgave te leven met oog voor de Ander.

Dit betekent ook dat falen onvermijdelijk is en dat het een plaats mag krijgen in het leven.

Benedictus beschrijft in zijn regel de ‘twaalf treden van nederigheid’, waarin de mens steeds verder afdaalt naar overgave en vertrouwen op God.

Een belangrijk aspect hiervan is de erkenning van je eigen beperkingen.

In de kloostercultuur, waarbij je samenleeft met mensen die geen familie van je zijn, onmogelijk om perfectie na te streven.

Fouten maken maakt een mens een mens, iedereen maakt weleens een fout, groot of klein.

In de kloosterhouding is falen een kans om te groeien in geduld, wijsheid en mededogen, zowel voor jezelf als voor anderen.

Fouten maken heeft mij veel geleerd

Om op deze manier tegen falen aan te kijken, wordt het een kunst op zich...faalkunst.

Deze  houding heeft mij veel geleerd en leert mij nog steeds veel.

Om te accepteren wie ik ben, met al mijn mislukkingen, fouten, imperfecties en niet te streven naar perfectie of nog beter mijn best doen.

De Benedictijnse spiritualiteit moedigt aan om fouten niet te bestrijden, maar gewoonweg te accepteren als deel van het menselijke bestaan.

Dit betekent niet dat we ons constant hoeven bezig te houden met onze fouten en zwakheden, maar dat we mild mogen leren kijken naar onszelf en anderen.

In plaats van jezelf telkens weer te veroordelen, helpt het om te vragen:

Wat kan ik hiervan leren? Wat wil ik de volgende keer anders doen?

Hoe kan ik groeien?

 

Hoe kan ook jij je taalmomenten accepteren?

Wil je meer rust vinden in je eigen falen en je minder laten voortdrijven door perfectie?

Hier zijn enkele benedictijnse principes die je kunnen helpen:

Wees lief voor jezelf – Kijk naar je fouten met dezelfde zachtheid als je zou doen bij een goede vriend.

Oefen in acceptatie – Blijf aanwezig bij je mislukkingen in plaats van ervoor te vluchten of ertegen te vechten

Zoek de stilte – Neem tijd om in reflectie of gebed stil te staan bij wat je kunt leren.

Zie falen als een kans tot groei – Vraag jezelf af: Wat kan dit mij leren?

Deel je fouten – Praat over je worstelingen en waar je tegenaan loopt met iemand anders.

Conclusie: Accepteer je fouten en ontspan

De Benedictijnse spiritualiteit biedt een houding die zorgt voor rust en ontspanning.

Je hoeft niet te presteren, beter te worden, doelen te hebben, geen eindstation te behalen.

Alles is onderdeel van je reis als mens.

Door jezelf en de ander te accepteren ontstaat er ruimte voor rust.

Juist wanneer je je eigen zwakheid erkent, kunnen we leven in echte vrede – niet omdat we perfect zijn, maar omdat we onszelf en onze fouten leren omarmen.

En dát is misschien wel de diepste vorm van rust.