Help, stress!! Vechten, vluchten of pleasen?

Help, stress! Wat doen we? Wat gebeurt er in je lichaam? Vechten, vluchten of... pleasen?

Je kent het vast wel: je schrikt ergens enorm van, en BOEM, je lijf schiet in de overlevingsstand. De klassieke reacties zijn: vechten (je gaat als een ninja tekeer), vluchten (rennen voor je leven) of verstarren (je staat erbij als een standbeeld en doet niks). Maar wist je dat er nog meer opties zijn? Pak een kopje thee, want we gaan het hebben over maar liefst zes manieren waarop je brein paniekvoetbal speelt!

1. Het zenuwstelsel: je automatische piloot

Je zenuwstelsel regelt van alles zonder dat je erover na hoeft te denken. Handig, want je wil niet elke ademhaling of hartslag handmatig instellen alsof je een menselijke versie van een ouderwetse stoommachine bent. Maar dit systeem bepaalt ook hoe je reageert op stress en gevaar.

De wetenschap dacht eerst dat we alleen de drie klassieke stressreacties hadden: vechten, vluchten en verstarren. Maar toen kwamen slimme mensen erachter dat we eigenlijk zes verschillende paniekopties hebben!

2. De extra drie stressreacties (alsof het nog niet ingewikkeld genoeg was)

Naast vechten, vluchten en verstarren, hebben we ook:

  • Verbinden en verzorgen (tend & befriend): Eerst proberen we de situatie sociaal op te lossen. Bijvoorbeeld in de trein als er een vertraging is en iedereen om zich heen kijkt met een blik van ‘Wat gebeurt hier?’ Iemand maakt een grapje over de NS, iemand anders deelt een pepermuntje uit. Voilà, instant bonding met elkaar.

  • Fawning (behagen & vervagen): Dit is de "ik maak mezelf onzichtbaar door de ander blij te maken"-strategie. Je wordt een soort kameleon die vooral hoopt dat de boze tijger je niet ziet. In sociale situaties betekent dit dat je over je eigen grenzen heen gaat om maar aardig gevonden te worden.

  • Appeasing (pleasen & sussen): Dit lijkt op fawning, maar hier ben je actief bezig om de ander te kalmeren. Denk aan iemand die een boze baas meteen koffie aanbiedt en vriendelijk lacht, terwijl ze van binnen gillen.

3. De stresshiërarchie: wie doet wat, wanneer?

Je brein heeft een soort ranglijst van welke reactie eerst komt. Het werkt ongeveer zo:

  1. Verbinden en verzorgen – Eerst proberen we gezellig te doen en de situatie te de-escaleren.

  2. Vechten of vluchten – Werkt het vriendelijke aanpakken niet? Oké, dan gaan we rennen of meppen.

  3. Verstarren – Als er echt geen uitweg is, dan maar doen alsof je een decorstuk bent.

  4. Appeasen – "Misschien als ik superlief doe, gaat het gevaar wel weg?"

  5. Fawning – "Misschien als ik mezelf volledig vergeet, blijf ik in leven?"

Maar let op: het is geen vast stappenplan. Als je huis in brand staat, ga je geen koffie zetten om de vlammen op andere gedachten te brengen.

4. Het Stockholm Syndroom kan de prullenbak in

Jarenlang dachten we dat mensen die hun ontvoerders ‘aardig’ gingen vinden, last hadden van het Stockholm Syndroom. Maar volgens wetenschappers zoals Stephen Porges is dat niet helemaal eerlijk. Wat slachtoffers doen, is gewoon een heel slim overlevingsmechanisme: appeasing. Geen liefde, gewoon zelfbehoud.

5. Is er een juiste reactie?

Nope. Je kiest dit niet bewust. Je brein bepaalt in een split second wat het slimste is. Dus iemand verwijten dat ze niet ‘gewoon gevochten’ hebben in een gevaarlijke situatie? Onzin. Ook commando’s en mariniers moeten trainen om vechten boven verstarren te laten winnen, en zelfs zij houden daar vaak stressklachten aan over.

6. Wat kun je ermee?

Nou, ten eerste: als je weet hoe jouw stressreactie werkt, kun je er misschien beter mee omgaan. Ten tweede: als je iemand ziet die in de please-modus schiet, besef dan dat dit niet per se een bewuste keuze is, maar een reactie op stress.

Hopelijk helpt dit artikel je om stressreacties wat beter te begrijpen – en misschien zelfs om met iets meer mildheid naar jezelf en anderen te kijken.